Het koor: muurschilderingen
Ze dateren uit 1435 en werden eind 19de eeuw ingrijpend gerestaureerd door Jean Van der Plaetsen,
professor aan de academie. Het zijn deze schilderingen die de datum onthullen waarin
het koor werd voltooid. Links vermeldt een inscriptie in het Nederlands: ‘Dit heeft
doen maken Willem Clutinck int jaer ons Heeren MCCCCCXXXV.’ De Clutincks
behoorden tot een machtige
Brusselse burgerfamilie.
nder de figuren van de heiligen zijn in het onderste register kleine panelen met middeleeuwse taferelen te zien:
schenkers in gebedshouding of wapenschilden. Door de restauratie van de schilderingen en de
zwikken door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK-IRPA)
– dankzij een gulle mecenas en met subsidies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
– is de oorspronkelijke pracht van de vele voorstellingen van heiligen hersteld.
Een staal van deze heiligen is te zien op de rechtermuur, waarvan de schilderingen van latere
datum zijn dan die aan de linkerkant.
In de eerste travee zijn dat de heiligen Gertrudis, Rochus,
Cornelius, Willem en Elisabeth van Hongarije:
– de heilige Gertrudis, dochter van Pepijn van Landen en dus een zuster van de heilige Begga, leefde in de 7de
eeuw en trok zich terug in het klooster dat haar moeder in Nijvel had gesticht.
– De heilige Rochus werd geboren in een adellijke familie in Montpellier in de 14de eeuw.
Hij verdeelde zijn rijkdom onder de armen en maakte een pelgrimstocht naar Rome. Daar werd hij getroffen door de pest
en liet iedereen hem in de steek. Hij zocht zijn toevlucht in het woud,
waar God hem genas. Na zijn terugkeer in Frankrijk leefde hij
een leven van boetedoening en beoefende hij liefdadigheid. De hond die hem vergezelt houdt een brood in zijn bek,
een verwijzing naar de hond die de heilige in leven hield toen hij in het woud was achtergelaten. Dit kan de oorsprong zijn van het woord ‘roquet’, ‘keffer’.
– De heilige Cornelius is een paus uit de 3de eeuw. Hij werd door de Romeinse keizer uit Rome verbannen
en onthoofd. Vandaar zijn voorstelling hier, als een paus die de tiara draagt. Hij houdt een hoorn (Latijn: cornu) in zijn hand,
een verwijzing naar de klank van zijn naam.
– De heilige Willem van Maleval, een vallei in de buurt van Siena, was een contemplatieve kluizenaar
uit de 12de eeuw. Na een militaire carrière en een losbandig leven maakte hij
op aanraden van Bernardus van Clairvaux de drie grote pelgrimstochten :
naar Santiago de Compostela, Rome en Jeruzalem. Daarna keerde hij terug naar
Italië, waar hij als kluizenaar leefde. Al snel had hij discipelen, de wilhelmieten.
Hier komt ook de naam van het station Luik-Guillemins vandaan.
-De heilige Elisabeth was in de 13de eeuw de dochter van de koning van Hongarije. Als jonge weduwe trad ze
in bij de Derde Orde van de Heilige Franciscus en wijdde ze zich nadien alleen nog aan naastenliefde. In
In de Zavel wordt ze voorgesteld in de kleren van de orde van religieuzen die
haar naam draagt (‘elisabethinen’).