Noordelijk transept: de schilderijen links
Aan de overkant hangt in het transept een groot schilderij uit het midden van de 17de eeuw van de
Brugse schilder Jacob Van Oost de Oude. Het stelt De bekering van Sint-Hubertus voor. De
heilige was een tijdgenoot van Pepijn van Herstal en Karel Martel. Hij was een fervent jager en ging zelfs op Goede Vrijdag op jacht.
Hij kwam daarbij een hert tegen met in het midden van zijn
gewei een lichtgevend kruis. Hubertus werd een vurige gelovige en volgde Sint-Lambertus
op als bisschop van Maastricht. Hij bracht de relikwieën van zijn voorganger over naar Luik,
dat toentertijd nog maar een dorp was.
Onderaan zijn de twee zijpanelen van een 16de-eeuwse triptiek te zien. Het gaat om
de portretten van de schenkers en hun kinderen, met achter hen hun patroonheiligen. Links zijn dat Charles
de Tisnacq (Karel van Tissenaecken) met zijn patroonheilige,
de zalige Karel de Grote, en zijn twee zonen (Charles II en Engelbert). Rechts zijn vrouw Catherine Boisot en haar dochter Catherine,
met achter hen hun patroonheilige, de heilige Catharina.
Charles de Tisnacq zat van 1554 tot 1573 de Geheime Raad voor,
onder de Spaanse koning Filips II en tijdens de bewogen periode van de godsdienstoorlogen. Hij
was een goede vriend van Lamoraal graaf van Egmont en moet daarom soms gevreesd
hebben voor zijn leven tijdens de bloedige onderdrukking die door de hertog van Alba werd aangevat. Tisnacq volgde
zijn schoonbroer op als schatbewaarder van de Orde van het Gulden Vlies.
Charles stierf plotseling in 1573, berooid ‘omdat hij eerlijk had gediend’, schrijft Ludovico
Guicciardini, de befaamde Italiaanse geschiedschrijver en auteur van de Beschrijving van de hele Nederlanden (Descrittione di tutti i paesi bassi) uit 1567.
1567.
Boven de biechtstoel hangt een anonieme 16de-eeuwse paneelschildering met daarop
de heilige Anna en de heilige Joachim, de ouders van Maria,
voor een prachtig italianiserend landschap. Bovenaan op het paneel zijn Maria, de heilige Anna
en het Christuskind te zien.