De preekstoel

De preekstoel is een prachtig kunstwerk van de 17de-eeuwse Mechelse beeldhouwer Marc De Vos, die leefde en stierf in Brussel. Het ontwerp is van de hand van Wenceslas Cobergher. schilder, architect, ingenieur en scheikundige, die in dienst trad van de aartshertogen Albrecht en Isabella. De preekstoel komt uit de Augustijnenkerk, die werd afgebroken om het Brouckèreplein te kunnen aanleggen, een typisch Brussels syndroom…
Het klankbord, dat wordt ondersteund door twee engelen, is versierd met een duif als symbool van de Heilige Geest. Onder de preekstoel staat een tetramorf symbool voor de vier evangelisten:

  • de adelaar staat voor Johannes. Het evangelie dat aan hem wordt toegeschreven, begint met ‘Het Woord is mens geworden’.
  • een man die Mattheüs voorstelt, omdat zijn evangelie begint met de stamboom van Jezus,
  • de stier van Lucas, omdat zijn verhaal begint met het offer in de tempel in Jeruzalem.
  • de leeuw van Marcus, omdat zijn evangelie begint met een beschrijving van de woestijn.

Ook Sint-Paulus en Sint-Augustinus worden hier voorgesteld, met de boeken van Plato. net als de heilige Albertus de Grote en de heilige Thomas van Aquino, zijn leerling. In het medaillon prijkt Maria.
Onderaan bij de trap is er het Woord Gods, dat wordt gesymboliseerd door de Bijbel met een opschrift dat verwijst naar Ezechiëls ‘Audite verbum Domini’ (‘Aanhoor het woord van de Heer’).

Daartegenover wordt de Kerk voorgesteld door de tiara die de pausen droegen. Een marmeren gedenkplaat op de zuil naast de preekstoel herinnert aan Paul Claudel, die van 1932 tot 1935 ambassadeur van Frankrijk was in Brussel. Hij kwam bijna elke dag mediteren onder deze preekstoel, met de blik op het kruis onder het koorgewelf. In zijn boek Un poète regarde la croix (Een dichter kijkt naar het kruis), dat hiernaar verwijst, schreef hij: ‘Om mij heen zijn de glasramen niet meer dan een versnipperde veelkleurigheid en, naarmate de dag dooft, een gele, dode blik. Maar met mijn hoofd achterover kijk ik omhoog naar mijn Heer, naar het grote kruisbeeld dat aan het gewelf hangt… Het is hier goed…. Ik pak de hoorn van de eiken os vast die onder de ‘preekstoel’ (zoals men dat in België zegt) zit, samen met de leeuw, de adelaar en de engel die de Derde Evangelist voorstelt…. Ik voel een soort veiligheid door me op deze manier vast te klampen aan de hoorn van dit stevige dier…..’ Omslag van het boek van Claudel waarin hij over het kruis in de Zavelkerk schrijft.

>